Reis door West Mongolië

29 september 2014 - Arvajhèèr, Mongolië

Beste allemaal,

Ulgi-Khovd: auto op piste.We zijn nu ruim twee weken in Mongolië. Het waren hectische weken waarin we ruim 1500 km hebben afgelegd. In ons laatste verslag hebben we vermeld dat we gespannen verwachtingen hadden van Mongolië. We hadden veel verhalen gehoord en gelezen. We waren goed voorbereid op de slechte wegen. Maar hoe zou  het nu echt zijn? Wel, Mongolië is een bijzonder land. De weidsheid en de leegte van het landschap zijn met geen pen te beschrijven. Je kunt hier uren rijden zonder een mens tegen te komen. De valleien zijn vaak tientallen kilometers breed. Een auto op de piste is een belevenis. Over de weg van Ulgi naar Bayankhonor, ruim 1000 kilometer, deden we 8 dagen. We passeerden Khovd en Altai, twee  kleine stadjes en verder slechts 6 dorpen. De uitgestrektheid van het landschap is indrukwekkend maar het voelt soms ook wat unheimisch. Je moet hier geen pech krijgen of ziek worden. Op de piste reden we gemiddeld nog geen 20 km per uur. 100 km is een dagtaak. Het is echt afzien. Maar de panorama's, de mensen, de soms wat surrealistische beelden in de stadjes en dorpen zijn bijzonder. Ze zeggen dat Mongolië een land is van ervaringen. Wij willen dat graag onderschrijven. En is het niet zo dat lastige situaties achteraf vaak het leukst zijn om aan terug te denken? Wat dat betreft hebben we nu al twee maal een vuurdoop gehad.
De eerste keer betrof de rit van de Russische grens naar het stadje Ulgi. Zoals we de vorige keer al hebben geschreven werden we verrast door een besneeuwde pas die we over een onverharde piste moesten nemen. Gelukkig viel het mee met de modder en de sneeuw zodat we het zonder al te veel problemen hebben gehaald.
Ulgi-Khovd: de weg.De tweede vuurdoop die hieronder volgt, betrof de weg (wat heet 'weg' in Mongolië) van Ulgi naar Khovd. Tegen het decor van een schitterend landschap reden we over slechte pistes, raakten af en toe verdwaald, blokkeerden riviertjes ons pad, kwamen we muurvast te zitten in de modder en kwamen de Russen ons redden. Van deze belevenissen zijn een paar mooie filmpjes gemaakt: Een reis door West Mongolië, in vier delen.

Maar voordat we over onze tweede vuurdoop vertellen eerst een verslagje van ons bezoek aan het nationaal park Altai Tavan Bogd met bergtoppen van ruim 4000 meter. Dit park ligt in het westen van Mongolië op de grens van China en Rusland. Het is alleen te bereiken vanaf Ulgi.

Nationaal park: Altai Tavan Bogd
Altai Tavan Bogd: de weg.We hebben een jeep gehuurd want met onze auto kunnen we er niet komen. De chauffeur haalt ons om 12.00 uur op.  Eerst nog wat regel dingen gedaan (permits, proviand, benzine) en dan gaan we op pad. Het is een mooie tocht van bijna 200 km door een weids, bergachtig landschap. Hier en daar zien we een ger ( een yurt heet hier een ger ). De weg gaat over een hobbelige piste waar de chauffeur overheen scheurt. We klimmen flink en na een aantal uren rijden zien we de eerste sneeuwtoppen. Het is een stralend blauwe lucht, in de zon is het lekker warm, maar er waait een koude venijnige wind. Naarmate we vorderen, wordt de piste slechter. Veel keien en geulen. Hier heb je echt wel 4WD voor nodig.
Aan het eind van de middag komen we aan bij ons logeeradres, een ger gelegen bij een riviertje aan het einde van een dal. In de ger is het behaaglijk. De vrouw des huizes stookt meteen bij onze binnenkomst het vuurtje op met plakken yakmest. De ger is van binnen versierd met kleurige kleden en kussens. Aan de zijkant staan twee bedden. We krijgen een late lunch bestaande uit brood, 4 soorten yakkaas, zoute boter en een soort yoghurt. Daarbij wordt heel veel thee met yakmelk gedronken. Zodra je kom halfleeg is, word je weer bij geschonken. De bewoners van de ger eten met ons mee. We zitten met zijn allen op de grond rondom een vierkant tafeltje. Later krijgen wij een klein krukje om op te zitten. Zoals 's avonds zal blijken, slapen we ook met z'n allen in dezelfde tent. Als we vragen naar het toilet, wordt een weids gebaar gemaakt m.a.w. het toilet is overal, zoek maar uit.
Na het eten lopen we wat rond. Tegen zonsondergang komen de schapen naar de kooi. Ook de kudde yaks en de paarden komen huiswaarts. Eén paard loopt een beetje kreupel.
Altai Tavan Bogd: de boerin.Als het donker is, gaat de boerin de yaks melken op een ouderwets melkkrukje. De jonge yaks mogen even bij hun moeder om de melkproductie op gang te brengen. Daarna worden ze bij haar weggehaald, waarna de boerin een paar liter melk tapt. Vervolgens mag het kleintje weer verder drinken. Ook wij krijgen van de verse (gekookte) yakmelk. Het smaakt wat zoet. We zijn nog verzadigd van de lunch als we het avondeten krijgen: rijst met ui en schapenvlees. We eten met zijn allen uit één schotel waar voor iedereen een lepel instaat. Ook hierbij wordt weer veel thee gedronken. Onze gastvrouw, haar man en zijn broer praten op zachte toon met elkaar. Het is een soort fluisteren. Vaak vallen er lange stiltes, niet pijnlijk, maar eerder als een uiting van rust. Onze chauffeur gaat een dutje doen op één van de bedden. Na het eten wordt er een potje gekaart, terwijl Marleen probeert te slapen en Harry toekijkt. Als iedereen om een uur of 11 naar bed gaat, krijgen wij over onze eigen slaapzak en deken nog extra dekens en een jas van paardenhaar voor de warmte. We slapen op de grond op een matras van kleden. Gedurende de nacht daalt de temperatuur in de ger tot een graad of 5.       
Altai Tavan Bogd: voor de gletcher.'s Morgens om een uur of 8 worden we gewekt omdat de boerin het dak openschuift en het licht naar binnen schijnt. Na het ontbijt gaan we met de jeep richting gletsjer. We zien een soort eekhoorntjes en veel grotere marmotten van wel een halve meter met dikke staart. Als je dichtbij komt, verdwijnen ze in een gat in de grond. Ook zien we een paar roofvogels. Er ligt veel sneeuw op de piste zodat de jeep niet helemaal tot boven aan toe kan komen. We klimmen het laatste stukje maar de gletsjer is nog zeker een aantal kilometers verder. De sneeuwbergen steken fel af tegen de blauwe hemel. Omdat onze kleding er niet op berekend is, zoeken we na een uurtje de jeep weer op. Na het middagmaal in de ger (met vlees van een net geslacht geitje dat vanmorgen nog rondliep) aanvaarden we de terugtocht. Onderweg krijgen we pech met de jeep. Het linker voorwiel wordt heet. Eerst denkt de chauffeur dat de rem aanloopt, later blijkt dat de lagers kapot zijn. Het lukt hem uiteindelijk om de boel te repareren en daarna gaat het in vliegende vaart naar Ulgi waar we nog net voor donker aankomen. Het was een bijzondere tocht vanwege het landschap en de kennismaking met het echte Mongolië: de yaks, de schaapskooi, de ger, de mensen maar vooral het einde van de wereld gevoel.

De tweede vuurdoop: de weg Ulgi - Khovd.
Ulgi-Khovd: auto vast in modder.We blijven nog een dagje in Ulgi en gaan dan op weg naar Khovd dat ruim 200 kilometer verder ligt. De eerste 70 km van de weg is asfalt. We komen langs een meer. Daarna 30 km verharde piste door een dal. We passeren een kudde paarden die in de rivier staat te drinken. Vervolgens gaat de piste over een weidse vlakte. Het begint hier en daar wat drassig te worden. Een aantal kilometers verderop stuiten we op een riviertje. Een jeep komt ons tegemoet. De man maakt met gekruiste armen een teken dat we hier niet verder kunnen en om moeten keren. We draaien om en rijden terug. Er komt ons een personenauto met fiets op het dak tegemoet. In de auto zit (zoals we later horen) een Russisch lerarenechtpaar (Misha en Anna) met kindje op weg naar Khovd. Zij kennen de weg en wij volgen hen. Bij het riviertje aangekomen doet Misha zijn kleren uit. In zijn onderbroek en op sandalen loopt hij het water in en tast hij de bodem af. Het is niet al te diep en voldoende stenig om er door te kunnen. Hij gaat voorop en rijdt zijn auto naar de overkant. Als wij hem willen volgen, blijven we met het linker achterwiel in de modder steken. We kunnen niet voor en niet achteruit. We zitten muurvast. We halen de sleepkabels te voorschijn en haken deze aan beide auto's vast. De eerste poging mislukt. De kabel schiet los. Ook bij een tweede poging gebeurt dit. Pas bij de derde poging raakt de auto los uit de smurrie en kunnen we verder. Misha geeft ons een portofoon zodat we hem in geval van nood kunnen oproepen. We zijn net hersteld van de schrik als we bij een tweede riviertje komen, een soort overloop tussen twee meren. We volgen onze gids en komen er goed door heen.
Ulgi-Khovd: onderzoek diepte rivier.Maar het houdt nog niet op want verderop doemt weer een rivier op, breder dan wat we tot nu toe hadden. Misha gaat wederom uit de kleren en onderzoekt de bodem. In het midden is het water te diep, links te zanderig. We moeten een grote bocht naar rechts nemen om de overkant te bereiken. Het is echt spannend maar met een flink vaartje rijden we er feilloos doorheen. Op de pas nemen we afscheid van onze redder. Zij gaan er vandoor, want ze willen op tijd in Khovd aankomen. We bedanken hem nogmaals hartelijk.  In rustig gangetje, maar vol van de ervaringen van vandaag, rijden wij nog een uurtje door en parkeren de auto voor de nacht bij een vervallen gebouw. Het is pikdonker, in de wijde omgeving is niemand te zien. 's Nachts vanuit ons bed horen we een enkele vrachtwagen voorbijkomen.  

Ulgi-Khovd: Mongoolse raststätte.De volgende dag vervolgen we de piste naar Khovd. We passeren een Mongoolse Raststätte: een café, een huisje en een ger. Af en toe zien we een auto, een kudde geiten of schapen. Het is een mooie rit door een aaneenschakeling van valleien, heuvels en bergen in heel wisselende kleuren. We komen weer bij een riviertje. De brug is weggeslagen en je moet dus door het water heen. We wachten tot een andere auto voorgaat en steken dan zelf over. Het is heel spannend maar we komen heelhuids aan de overkant. Het plaatsje Khovd ligt verscholen tussen twee bergkammen in een wijde kom. We kunnen geen kamer vinden. Alle hotelletjes zitten vol. We vragen twee buitenlandse voorbijgangers of zij misschien een hotel weten. Het blijken Nederlanders te zijn die hier langere tijd verblijven om een onderzoek te doen. Het is leuk om even Nederlands te praten. De laatste Nederlander die we tegen kwamen, was in Samarkand. De Nederlanders weten geen ander hotel maar wel een badhuis waar je kan douchen. Het is moeilijk uit te leggen dus rijden we achter hen aan.
Khovd: kamperen voor flat.Als we weer terug zijn op het plein staat ineens Misha met vrouw en kind voor de deur. Toevallig, we hadden het net over hem. De ophanging van de afvaltank is namelijk kapot gegaan en we zoeken iemand om het te repareren. We dachten dat hij misschien wel een adresje zou weten. Hij stelt meteen voor om het zelf te doen. Nog geen 10 minuten later staan we met onze auto voor zijn appartement en is hij bezig met de reparatie. Een sensor die onder aan de auto bengelt, wordt ook weer even vastgedraaid. We nodigen Mischa en zijn vrouw uit voor een etentje voor morgenavond. Zelf gaan we voorproeven in het restaurant dat zij ons aanraden. We overnachten bij hen voor de deur. Heel apart zo midden in een woonwijk met flats.  

Khovd: parade.In Khovd is een festival. Op het plein staat een groot podium. We zien een optreden van twee keelzangers. De zang komt diep uit de keel en zelfs de maag.Tegelijkertijd worden twee tonen en twee melodieën geproduceerd.  De mannen begeleiden zichzelf daarbij op een twee snaren instrument.Het is een authentieke Mongoolse zang eeuwen geleden ontstaan op de steppen. Het is ritmisch en klinkt heel goed. Daarna is er een parade van vooral jonge mensen in traditionele kleding. Het is een vrolijk gezicht. Het was ons al eerder opgevallen dat de Mongolen van felle kleurtjes houden, zowel voor hun kleding maar bijv. ook voor de huizen. Een paars of geel dak is hier heel gewoon. We gaan naar de markt en kopen er een extra dekentje, want de nachten zijn hier koud. We bezichtigen het klooster dat even buiten het stadje ligt.  Mongolië is van oudsher een boeddhistisch land. Tijdens het bewind van Stalin zijn de meeste kloosters (ca 700) vernietigd, de monniken (meer dan 30.000 mensen) zijn gevangen genomen of omgebracht. De laatste jaren vindt er een opleving plaats van het boeddhisme en worden er weer kloosters gebouwd. Dit klooster is pas 5 jaar oud, maar het maakt nu al een vervallen indruk. We zien slechts één monnik. De enige andere bezoekers zijn een pas getrouwd paartje dat door de monnik wordt ingezegend.
Khovd: riviertje.We rijden naar een riviertje even buiten het dorp en maken daar de  auto schoon, van binnen en van buiten. 's Avonds eten we met Misha in restaurant Winnors. Zijn vrouw en dochtertje komen niet mee, ze zijn te moe van de reis. Zij wonen eigenlijk in Barnaul (Rusland), maar zijn voor een jaar werkzaam aan de universiteit in Khovd. Hij is architect, zij journaliste. Volgende week gaan ze beginnen met hun nieuwe baan. Ze zijn nu bezig om de toegewezen flat op te knappen, die lang niet zo geriefelijk is als hun woning thuis. We kletsen die avond heel wat af. Mischa praat open over de politiek. Hij is positief over Poetin, noemt hem een kleine tsaar, goed voor Rusland. Over de Oekraïne is hij van mening dat het vooral een Russische kwestie is. De Krim was altijd al van Rusland en de meeste mensen in het oosten van Oekraïne willen graag bij Rusland horen. Als wij aangeven dat het westen toch aansluiting zoekt bij Europa, heeft hij daar niet veel oren naar. De VS ziet hij als de grote boosdoener.   

De weg Khovd - Altai
Khovd-Altai: wasbordweg.Als we de volgende ochtend afscheid nemen van onze Russische vrienden, krijgen we een meloen mee uit Barnaul uit de moestuin van oma. Van Khovd naar Altai is het ruim 400 km. De eerste 175 km is  tot onze verrassing asfalt. We passeren een aantal kleine meertjes. Daarna 250 km piste. We rijden hier langs de Noordelijke kant van de Gobi woestijn. Het is een saaie weg. De vallei waardoor we rijden is vlak en wel 100 km breed. Vaak zijn er meerdere pistes naast elkaar. De hoofdpiste is meestal het slechtst vanwege het wasbordeffect. Je kunt beter één van de zijpistes nemen, alhoewel dat zeker geen garantie is. Zo slingeren we over de pistes op zoek naar het minst slechte wegdek. Het rijden vraagt veel concentratie. Je moet echt goed uitkijken voor stenen. De wat zanderige delen rijden het best. Gemiddeld leggen we nog niet eens 20 kilometer per uur af. Na 62 kilometer piste gestopt en midden in de steppe overnacht. Gedoucht bij een paar graad boven nul.
Khovd-Altai: Bactrische kameel.De volgende dag hobbelen we verder. We leggen 113 kilometer af en doen hier de hele dag over. Veel Bactrische kamelen gezien. Dit zijn  forse kamelen met een dikke vacht. Ze zijn erg schuw. Als je op hen afloopt of rijdt om een foto te maken, gaan ze er vandoor. We overnachten bij een Raststätte. We zien nog net hoe bij zonsondergang de kuddes kamelen, schapen en geiten binnen komen. Het is een magnifiek gezicht. Een paar jongetjes komen de auto bekijken. Ze willen alles zien en klimmen ook even naar binnen. Vooral één jongetje is erg geïnteresseerd en niet weg te slaan van de auto. Als het al lang donker is en we naar buiten willen om te plassen staat hij nog steeds voor de deur.    
Altai-Arvajheer: herders.De laatste 75 kilometer naar Altai gaat over een zeer slechte weg. Steenachtig. Verschillende droogstaande riviertjes. We vrezen voor de banden, maar het gaat goed. Ongeveer 20 kilometer voor Altai rijden we door een groengele vlakte omzoomd door rode bergen. Daarna gaat de weg door een löss vallei. De heuvels lijken op gesmolten chocola met bovenop af en toe een toefje. In de verte duikt de uitkijktoren van het vliegveld van Altai op. We hebben het gehaald.
In Hotel Altai trakteren we onszelf op de duurste suite (65 euro per nacht). Het is de enige kamer met een warme douche. We blijven één dag in Altai en komen het hotel haast niet uit.  

De weg Altai - Bayankhonor
Altai-Arvajheer: dorpVan Altai naar Bayankhonor is het 400 km. De eerste 125 kilometer gaat over een prima asfaltweg. Dan begint opnieuw de piste. Deze gaat door heuvelachtig gebied, we stijgen flink. Er is hier geen verkeer en als de piste op de GPS ook nog stopt vragen we ons af of we wel goed gereden zijn. Met de kaart erbij komen we er niet helemaal uit. Het lijkt alsof we de hoofdweg naar het oosten rijden, maar de GPS geeft aan dat deze weg veel zuidelijker ligt. We worden in de verte gepasseerd door 2 auto's en we besluiten om ook maar door te rijden op het kompas. De richting is goed en die auto's zullen ook wel ergens naar toe gaan. Ongeveer 60 kilometer verderop ligt Butsagaan, een dorp dat op onze route ligt. We doen er de hele verdere dag over om het plaatsje te bereiken. De piste is erg slecht. We rijden niet meer dan gemiddeld 15 kilometer per uur. Het landschap is mooi, licht glooiend met soms een steile helling. We parkeren de auto aan het einde van het dorp zodat we niet al te veel aanloop hebben.   
Altai-Arvajheer: Ovoo.De volgende dag een fantastische route gereden. Slechte piste maar heel mooi landschap. Het begint met een heuvelachtig, zanderig terrein met her en der verspreid grote stenen. Later komen we in een brede vallei met grillige, granieten rotsformaties. Soms lijkt het alsof de rotsen op elkaar gestapeld zijn. Op een heuvel passeren we een Ovoo. We zijn ze onderweg al vaker tegengekomen.Je ziet ze vooral op passen en bergtoppen. Een Ovoo is een heilige plek waar naar het volksgeloof van de Mongolen geesten en goden wonen. Het is een stapel stenen versierd met vaak blauwe lappen stof. Als je langs een Ovoo komt, moet je uit respect voor de goden 3 maal om de steenhoop heen lopen en er vervolgens 3 stenen op leggen. Chauffeurs die veel op de weg zijn, hoeven niet te stoppen. Zij mogen 3 keer toeteren.
Altai-Arvajheer: landschap.We volgen  de elektriciteitspalen die vermoedelijk naar het volgende plaatsje gaan. In de middag kleurt de hemel donker. Dreigende wolken met zo te zien in de verte regen. We moeten nog een paar droge rivierbeddingen door en hopen dat we het droog houden. Veel regen krijgen we gelukkig niet maar wel spectaculaire luchten die fel afsteken tegen de gele steppe. Het lijkt wel alsof van Gogh hier met zijn penseel aan het werk is geweest. Als de zon ondergaat, kleuren de wolken naar roze. We zien de meest aparte combinaties  van tinten geel, blauw en rood. We zetten de auto bij een elektriciteitspaal (geeft enig houvast in deze weidsheid) en met een glaasje wodka erbij genieten we van dit schitterende schouwspel.    
De volgende morgen strak blauwe lucht, geen wolkje te zien. We hebben gisteren 100 km afgelegd, het is nu nog 57 km naar Bayankhonor. De piste is wisselend, af en toe slecht, maar we kunnen ook even zelfs 40 kilometer rijden. Het lijkt hier gisteren geregend te hebben. De ondergrond is wat harder. In het midden van de piste moet je niet komen want daar is het flink modderig. Om een uur of één arriveren we we in Bayankhonor. We zagen het plaatsje al van verre liggen aan de voet van een brede bergkam met witte toppen. We willen hier niet blijven, maar vervolgen onze rit naar Arvaikheer dat 200 kilometer verder ligt.
Arvajheer: huizen.De weg gaat door een mooi landschap vergelijkbaar met wat we gisteren zagen. Maar nu rijden we over een asfaltweg. We zoeven voort met een gang van 90 km. Het gaat zeker sneller, maar de beleving van de omgeving is stukken minder. In Arvaikeer vinden we al snel een hotel met prima luxe kamer met Wifi voor slechts 35 euro. We blijven er een aantal dagen om weer wat op adem te komen en de vorst te ontlopen. Het vriest hier overdag licht en 's nachts matig.

Foto’s

3 Reacties

  1. Jan en Tineke van Os:
    29 september 2014
    Lieve Harry en Marleen,
    Wat een avontuur en wat een heerlijk eten...vier soorten yakkaas met zoute boter en thee, maar ik ga altijd voor zes soorten yakkaas
    met gepeperde boter en een biertje. Drie maal de rivier oversteken.... wat een geluk dat jullie Misha zijn tegen gekomen.
    Het moeten zeer spannende momenten voor jullie geweest zijn en harry..de filmopnames waren weer top. En wat leuk dat jullie Nederlanders ontmoette zodat jullie in eigen taal weer konden praten.......hoewel.......ik hoorde jullie ook Nederlands tegen elkaar praten tijdens het filmen (grapje) Lieve mensen...geniet van jullie avontuur en we wachten vol spanning op de volgende aflevering.
    Groeten van Jan en Tineke
  2. Marie-Claire:
    29 september 2014
    Hallo Harry en Marleen,

    Met een beetje hulp van Rogier, schittert jullie reis-blog nu ook op mijn PC. Na alle verhaaltjes, foto's en filmpjes bekeken te hebben, kan ik maar één ding zeggen: wat een ongelofelijke reis! (Je hebt ook een film, die heet ''de ongelofelijke reis''). Soms ongelofelijk spannend.. maar vooral ongelofelijk mooi.

    Veel geluk en succes bij het vervolg van jullie reis,

    Groetjes,
    Marie-Claire
  3. Ed Maan:
    1 oktober 2014
    Goed gedaan Harry en Marleen!
    We hebben genoten van de mooie beschrijvingen en foto's.
    Heel bijzonder.
    Veel succes en plezier tijdens het vervolg.
    Groeten
    Ed