Paraguay

3 december 2017 - Samaipata, Bolivia

Beste allemaal,

Paraguay is een apart land. Het heeft landschappelijk niet veel te bieden. Maar de verschillende bevolkingsgroepen en de geschiedenis maken het toch tot een interessant bezoek. Er zijn indiaanse stammen, immigranten uit alle hoeken van Europa, en opera generaals die in het verleden om de paar jaar een staatsgreep pleegden. En het heeft de grootste oorlogen van het continent gevoerd. Met name de oorlog in het midden van de negentiende eeuw heeft diepe sporen achter gelaten. Aan de ene kant de Triple Alliantie (Brazilië, Argentinië en Uruguay). Aan de andere kant Paraguay. Toen de oorlog  begon telde Paraguay 525.000 inwoners. Toen de oorlog voorbij was, waren dat er nog maar 221.000. Vrijwel de gehele mannelijke bevolking was omgekomen. Men schat dat slechts 28.000 mannen de krijg hebben overleefd.
Indiaanse kerststalWat direct opvalt als je de grens passeert is het verkeer. Men rijdt vrij agressief en roekeloos. Toch zijn de mensen in de dagelijkse omgang meestal erg aardig en hulpvaardig. Ook heel apart is dat je in veel restaurants betaalt per gewicht. Dus een pond biefstuk op je bord of een pond bonen kost bij de afrekening evenveel. Paraguay is al helemaal in de kerststemming  terwijl het hier bloedheet is. Op veel plaatsen zie je kerstbomen met lichtjes. En niet te vergeten de stal van Bethlehem. We hebben een blanke uitvoering gezien maar ook een negroïde en een indiaanse. Daarbij zijn Jozef, Maria en het kindeke weergegeven met negroïde respectievelijk indiaanse trekken.

Hoofdstad Asunción
BeveiligingWe hebben in de buurt van het financiële centrum van Asunción voor een paar dagen een appartement gehuurd. Het is lekker ruim in een redelijk nette buurt. Helaas past onze auto niet op de parking omdat we te hoog zijn. De eigenaresse verzekert ons dat het veilig is om de auto op straat te parkeren. Er is hier overal bewaking en er zijn camera's. Inderdaad zien we een camera hangen die recht op onze auto is gericht en even verder zien we een hokje voor de beveiliging.  Vlak bij ons appartement is een super modern winkelcentrum. We zagen de torenflats al op grote afstand toen we de stad binnenreden. Ze vallen op door de golvende vorm en felblauwe kleur. Nu we dichterbij zijn, zien we dat de gebouwen een drietal zeer hoge bomen omsluiten. Het is een fraai stukje architectuur. Op de onderste verdiepingen zijn allerlei restaurantjes, daar boven bevinden zich de winkels en een hele grote supermarkt.
In de busNa al deze luxe is het schrikken als we de volgende dag  het centrum van de binnenstad gaan bekijken. Asuncion is een van de oudste steden van het continent, gesticht in 1537. We verwachtten iets moois te zien, maar dat valt tegen. We nemen de bus. De bussen hier zijn zowel van binnen als buiten fraai versierd,  de chauffeurs rijden als gekken en een busritje is spotgoedkoop. We betalen 30 cent per persoon. De binnenstad is één grote gribus. De straten liggen open en in de gaten groeit gras. Op het Plein van de Onafhankelijkheid is een kampement van indianen opgeslagen. Plastic zakken en doeken dienen als tent. Overal zwerven weggewaaide kleren. Kinderen spelen in de rommel. Op het paleis na, dat er piekfijn uitziet, zijn de meeste huizen hier vervallen. Het verhaal gaat dat Francisco Lopez, de toenmalige president, midden 19e eeuw alle hoge huizen heeft laten slopen omdat hij bang was te worden vermoord als hij vanaf zijn paard er niet overheen kon kijken. We zien veel graffiti, leegstaande panden, het waterfront aan de baai lijkt wel een brokkelig gebit.
Er is één straat die er uitspringt, de Palma, een lange straat met een aantal redelijk onderhouden koloniale huizen. Er is markt en muziek. We zien een stalletje met orchideeën, een vrouw verkoopt tenere, bittere kruiden thee. Grappig zijn de VW-busjes waarvan het dak is opengesneden. Het lijkt net of het met een blikopener is gedaan. Ze worden gebruikt als kraampje.
's Avonds gegeten bij een heuse chinees met gerechten uit Szechuan. Heerlijk om na een maand weer wat pittigs te eten. Het eten is hier beslist niet slecht, maar wij zijn nu eenmaal liefhebbers van de Aziatische keuken.

De mennonieten    
Menno SimonsDe Nederlander Menno Simons is in Nederland niet echt bekend. Maar hij is de stichter van een religieuze sekte die wereldwijd een kleine 1.5 miljoen volgelingen heeft, de mennonieten.  Menno was een Fries van geboorte en leefde rond 1500, de tijd van de reformatie. Hoewel een praktiserend katholieke priester voelde hij zich aangetrokken tot de leer van de wederdopers. Verder was hij een strikte pacifist. Hij brak met de Roomse kerk en organiseerde in Noord Nederland en Duitsland gemeenten van geloofsgenoten. De geschiedenis van de Mennonieten is het verhaal van een diaspora van bijna 500 jaar. In de loop der tijd verplaatste de groep zich naar Pruisen waar tientallen landbouwcommunes werden gesticht. Door de geslotenheid van de gemeenschappen behield men zijn geloof, zijn tradities, zijn taal (het Plautdietsch) en de pacifistische overtuiging. Toen rond 1750 de mennonieten opgeroepen konden worden voor het Pruisische leger besloot men te verhuizen uit Pruisen. Een groot deel van de mennonieten vestigde zich op uitnodiging van Catharine de Grote in Rusland. Daar leefde men zo'n 150 jaar. Maar daar gebeurde in de loop van tijd hetzelfde. Men verloor zijn privileges waaronder de vrijstelling van de dienstplicht. In verschillende golven verhuisde de groep onder andere naar Canada, de VS, Mexico en ook naar Paraguay.
De groep mennonieten in Paraguay telt zo'n 40.000 zielen. Ze leven voornamelijk in de Chaco, een dorre, droge streek; 6 keer zo groot als Nederland. Veel achternamen die hun herkomst verraden: Vandijck, Friesen, Hildebrandt. En ook de namen van de koloniën zijn duidelijk: Fernheim, Neuland, Menno, maar ook Friesland en Volendam. De Paraguayaans overheid heeft hen belangrijke privileges verschaft: vrijheid van godsdienst, taal en onderwijs en vrijstelling van dienstplicht.

De koloniën in de Chaco
PalmsavanneWe rijden richting de kolonie Menno. De weg is smal. We moeten ruim 400 km rijden naar het gebied van de Mennonieten. De  route gaat dwars door de Chaco. Het is een  droge, savanne-achtige streek. Het landschap is eerst wat saai. Naarmate  we vorderen wordt het interessanter. Lage struikgewassen  worden afgewisseld door palmbossen en zo nu en dan een zoutmeer. De palmen hebben een groene kruin, maar de oude bladeren zijn verdroogd. Af en toe passeren we een estancia (boerderij). De toegang is weinig uitnodigend: stevige hekken en poorten met borden waarop met grote letters Privado staat. "Verboden te betreden voor onbevoegden". Er is veel vrachtverkeer, 28 meter lange wagens met aanhanger die vooral koeien vervoeren. De tegemoetkomende trucks zitten vol, degenen die teruggaan zijn leeg. Later horen we dat er in één  vrachtwagen 45 koeien passen. We hebben te doen met de beesten die op de hobbelige weg heen en weer schudden. Hun leven was ongetwijfeld beter dan dat van hun soortgenoten bij ons in de bio-industrie. Maar deze laatste rit is dieronterend. Als we 's avonds bij een dorp stoppen,  horen we de hele nacht het geblaat van de koeien die zitten opgesloten in een gestrande vrachtwagen.
De diasporaWe arriveren de volgende dag in de kolonie Menno. De eerste groep kwam hier in 1921 uit Canada. In het plaatselijk museum krijgen we een uitgebreide uitleg van Willi Vandijck. Hij doet dit met veel enthousiasme. Hij vertelt de geschiedenis van zijn voorouders die rond 1540 vanuit Nederland naar Pruisen gingen. Vandaar 200 jaar later naar Rusland. En weer een eeuw later naar Canada. Maar ook daar kregen ze problemen. Na de 1e Wereldoorlog waren er in Canada veel minderheidsgroepen. De regering wilde meer eenheid tot stand brengen door o.a. het invoeren van één taal en één onderwijssysteem. Voor de Mennonieten was dit een reden om te vertrekken. Een groep van 5 man vertrok naar Paraguay om de boel te verkennen en koos dit stuk grond uit in de Chaco. Dit was het beloofde land. Hier zouden ze wonen. 'Het is ongelooflijk' zegt Willi, 'deze mannen waren landarbeiders, ze hadden nog nooit een boek gelezen, ze hadden geen idee van dit gebied '. Het pakte aanvankelijk dan ook verkeerd uit. Een groep van 1000 mensen volgde de verkenners en vertrok uit Canada naar de Chaco. Omdat ze meer betaalden voor de grond in de Chaco dan wat ze kregen in Canada waren ze bij aanvang bankroet en moesten ze eerst een paar jaar voor anderen werken in een stad verderop. 10% overleed ten gevolge van de hitte en ziektes met name tyfus. De droge grond bleek niet erg geschikt voor landbouw en er was een groot tekort aan water. Maar de groep zette door en vandaag de dag zijn de Mennonieten welgestelde Paraguayanen en redelijk modern. Ze leven niet alleen van de akkerbouw, maar zijn ook overgestapt op veeteelt en agrarische industrie. We reageren opgelucht als Willi vertelt dat ze in zijn kolonie een eigen slachterij hebben. Hun koeien gaan niet op lang transport.

Samenleven met de indianen
Verre familie?We bezoeken na Menno de koloniën Fernheim en Neuland.  In eerste instantie lijken de 3 plaatsen erg op elkaar. De zelfde lage huizen met door hekken afgescheiden tuinen, een rechthoekig stratenplan, weids opgezet, geen centrum en veel Duitse en Nederlandse namen. Ons hotelletje ligt aan de Sandstrasse. Marleen ontdekt zowel op straat als in het museum de achternaam Schroeder. Verre familie? Wat  wel verschilt in de 3 plaatsen is hoe ze omgaan met de indianen. In kolonie Menno leven de indianen in een gebied op afstand.  Willi vertelt dat ze harmonieus met elkaar willen samenleven, maar de indianen moeten wel voor zichzelf zorgen. Geen integratie. Als nieuwkomers naar Menno komen, wordt gekeken of zij passen bij levenswijze en waarden van de Mennonieten. "Wij willen niet dat zij afhankelijk worden van ons".  In Fernheim is de bevolking veel meer vermengd. Er wonen 2000 Mennonieten, 10000 Indianen en 4000 anderen, vooral duits sprekende Brazilianen. Je zou Menno kunnen vergelijken met Zwitserland en Fernheim met Nederland. Neuland ligt er een beetje tussen. Een verschil is natuurlijk wel dat de Indianen hier eerder woonden. Ook een verschil is dat ze hier veel meer  ruimte hebben.

Op de estancia
Op de boerderijWe zijn uitgenodigd door Marilyn Wohlgemut voor een bezoek aan haar estancia (boerderij) even buiten Fernheim. We rijden in onze auto achter haar aan over een  gravelweg. Op de boerderij maken we kennis met Gerhard, haar man. Gerhard en Marilyn hebben de boerderij een paar jaar geleden overgenomen van haar ouders. Ze zijn zichtbaar trots op hun bezit. De koeien zijn hun voornaamste kapitaal. Pronkstuk is het watersysteem. Regenwater uit lager gelegen bassins wordt omhoog gepompt naar een hoger gelegen bassin. Dit zorgt voor druk op de leidingen. Door de aanwezigheid van water zijn er steeds meer verschillende vogels gekomen, maar ook andere dieren zoals gordeldieren en watercavia's. 's Nachts komen er zelfs poema's op hun terrein. Marilyn heeft een hek geplaatst om haar schildpadden te beschermen. De indianen eten graag schildpad. Sinds kort is er een wet die verbiedt dat je op het terrein van een ander komt zonder diens toestemming. Maar de indianen houden zich daar nauwelijks aan. Marilyn vertelt dat de indianen de schildpadden levend koken. En dat is geen Indianenverhaal.
MiddagmaalWe worden uitgenodigd voor het middageten. Gerhard opent met gebed in Plautdietsch. Het lijkt toch wel sterk op het Gronings of het Fries. Ze vertellen over hun achtergrond. Gerhard is opgegroeid in de wildernis aan de rand van de kolonie. Hij zegt: "Waar wij woonden, dat was het einde van de weg en voor ons het einde van de wereld. Het was een hard leven, maar daar heb ik veel van geleerd".  De grootouders van Marilyn kwamen uit een Russische kolonie. Ook zij vertelt over de ontberingen van de pioniers. Hun 4 kinderen studeren in Asuncion. Dit wordt betaald door de Coöperatie van de Mennonieten. Voorwaarde is dat ze na hun studie 3 jaar werken voor de gemeenschap.
Aan het eind van de middag nemen we afscheid van deze hartelijke mensen. Als we de kolonie verlaten, zitten we nog vol vragen over de Mennonieten. Hoe functioneert de Coöperatie? Wie bepaalt uiteindelijk wat er gebeurt? Wat is de rol van de vrouwen daarbij?  Hoe is de samenwerking met de Paraguayanse overheid , maar vooral hoe pakt de verschillende houding tov de Indianen uit. Het zou een interessant onderwerp voor een studie zijn. Maar daar hebben wij  helaas geen tijd voor. Wij moeten verder.
We zijn onder de indruk van de verhalen van Willi, Merilyn en Gerhard, die getuigen van bevlogenheid en doorzettingsvermogen. En dat alles met behoud van hun eigen specifieke identiteit. En traditie. Maar ook hier heeft de tijd niet stl gestaan. Paard en wagen zijn verruild voor 4-wheel drive en tractor. En vrijwel alle inwoners zijn modern gekleed. Slechts hier en daar vrouwen en meisjes in lange rokken. Maar nog steeds veel kerken. Men is zijn religie niet vergeten.

Naar Bolivia
Op weg naar BoliviaWe hebben diverse mensen gevraagd naar de toestand van de weg van de mennonieten koloniën naar Villa Montes in Bolivia. De berichten zijn erg verschillend. Volgens sommigen is de weg goed als het maar niet regent, anderen trekken een bedenkelijk gezicht. De route van ruim 400 km gaat dwars door de Chaco, er zijn nauwelijks voorzieningen (2 benzinestations, een paar winkeltjes en een primitief hotel) en er wonen weinig mensen. Het alternatief is om terug te rijden naar Asuncion en vandaar via Argentinië naar Bolivia. Ondanks de voorspelling van regen besluiten we om het risico te nemen. We gaan vroeg op pad zodat we de tijd aan ons zelf hebben. Gelukkig valt het mee. Zo'n 50 km is ontzettend slecht, grote gaten, hobbels en kuilen, zand en gravel, maar verder is de weg redelijk en op sommige stukken zelfs goed. Een onverwacht voordeel van de lichte regen is dat de weg niet zo stoffig is. De grens tussen Paraguay en Bolivia bestaat uit een kleine grenspost. Aan beide kanten zijn de douaniers vriendelijk en worden we snel geholpen.
Na 8 uur rijden arriveren we in Villa Montes, Bolivia. Er is veel drukte op straat, we zien een stel acrobaten die voor het stoplicht hun kunsten vertonen. We eten in een grillrestaurant met alleen maar Bolivianen. Aangelokt door het gezang worden we even later uitgenodigd om binnen te komen in een apostolische kerk, waar een vrouw in militair uniform al swingend de gemeente voorgaat. Er wordt gedanst, gezongen en gelachen. Kortom, onze eerste indruk van Bolivia is dat het bruist.

Foto’s

4 Reacties

  1. Ed Maan:
    3 december 2017
    Wat een mooi verhaal! Ik moest onmiddelijk aan jullie groningen en Menno denken. Wel een mooie weg toch? Het was hier erg koud en nat. Maar het roeien gaat gewoon door. Twee van mijn roeisters wonnen de Hel van het Noorden onder bizarre Groningse omstandigheden.
  2. Menno:
    5 december 2017
    Ja ik moest ook gelijk aan de Mennonieten kerk in de Oude Boteringestraat denken. Interessant om dat gebied te zien en bewonderenswaardig hoe die mensen hebben doorgezet om er iets van te maken.
  3. Cok Schreuder:
    8 december 2017
    Toch leuk dat ik op mijn ouwe dag nog zo kan meereizen. Dingen waar ik nog nooit van gehoord heb. Heb ik terecht het idee dat deze reis iets rustiger verloopt dan de vorige? Toen was ik soms bang dat jullie niet meer terug zouden komen.
    Goede feestdagen. Het kerstfeest moet wel wat anders verlopen dan hier bij ons. Liefs, Cok
  4. Jan van Os:
    15 januari 2018
    Hallo Marleen en Harry,
    Weer een mooi verhaal.....jullie laten zien hoe onze wereld er echt uitziet. Geweldig mooi, maar ook veel ellende en armoede .En wij lezen deze prachtig geschreven verhalen in luxe omstandigheden maar we worden er wel wijzer van.
    Groeten van Jan