Kirgizië

29 augustus 2014 - Alma-Ata, Kazachstan

Beste allemaal

Hierbij het verslag over Kirgizië en een drietal filmpjes. We waren 14 dagen in Kirgizië van 13-08 tot en met 26-08. We hebben er inmiddels ruim 10.000 kilometer op zitten. De reis verloopt naar wens. De auto houdt zich uitstekend. Alleen zijn we de luifel onderweg verloren (en hebben er niets van gemerkt!). We blijven ruim onder ons budget. Kirgizië was erg goedkoop. Gemiddeld hebben we per dag samen nog geen 40 euro opgemaakt. Dat is inclusief 5 dagen hotel en de brandstof voor de auto. Bedankt voor jullie reacties. We kijken er elke keer weer naar uit.

Auto op de pas.Kirgizië bestaat voor 94 % uit bergen. De helft daarvan is gebergte boven de 3000 meter. De hoogste toppen zijn ruim 7000 meter. Het land is een Walhalla voor wandelaars en bergbeklimmers.

In tegenstelling tot Oezbekistan is de grensovergang naar Kirgizië heel ontspannen. Een vluchtige blik in  paspoorten en auto en we mogen verder. We rijden vrijwel direct de grensplaats Osj binnen. Op de site van Buitenlandse Zaken wordt gewaarschuwd voor Osj. Er wordt geadviseerd om extra waakzaam te zijn. In 2010 waren hier hevige onlusten waarbij duizenden doden vielen. Wij merken niets van spanning. Osj is een levendig plaatsje met veel bomen en schaduw. De mensen zijn vriendelijk. We zien de nodige toeristen. Toch zijn de waarschuwingen niet helemaal uit de lucht gegrepen. Vergeleken met de buurlanden Kazachstan en Oezbekistan is de politieke situatie in Kirgizië instabieler. Na het uiteenvallen van de USSR en de verkregen onafhankelijkheid bleven in Kazachstan en Oezbekistan de partijbonzen in het zadel. De vroegere communistische partij is daar nog steeds aan de macht. Alhoewel er wel verkiezingen zijn is er nog altijd sprake van één partij die de lakens uitdeelt. In Kirgizië daarentegen zijn sinds de onafhankelijkheid al 2 presidenten verdreven. De politieke situatie wordt deels bepaald door de bevolkingstegenstellingen in het land. In Osj bijv is 40% van de bevolking van Oezbeekse afkomst. Door Stalin is indertijd op vrij willekeurige wijze een grens getrokken tussen de deelstaten Kirgizië en Oezbekistan. Bij de onafhankelijkheid is deze grens gehandhaafd. Verder zijn er grote verschillen tussen de bevolking in het Noorden en het Zuiden van Kirgizië.In het Noorden was de Russische invloed van oudsher veel sterker. In het Zuiden overheerst de Islam. Omdat de bereikbaarheid tussen het Noorden en het Zuiden 's winters slecht is door de enorme bergketens wordt deze tegenstelling nog extra versterkt.

We blijveOsj bazaarn twee dagen in Osj. We bezoeken de bazaar die zich uitstrekt langs de oever van de rivier. Het is een van de grootste bazaars van Centraal Azië. Het is een drukte van belang. Het zijn vooral gebruiksartikelen, de bazaar is dan ook echt een bazaar voor de mensen zelf. Je kunt hier alles vinden. Wij hebben niets nodig, maar slenteren wat rond. Je ziet veel mannen met een soort punthoed op. De vrouwen dragen vrolijk gekleurde lange jurken. We zien veel vrouwen met hoofddoek. Soms zien we een gesluierde vrouw.

's Middags zitten we bij de auto in een parkje op onze kampeerstoelen. We worden nauwelijks opgemerkt. 's Avonds - na deBuitendouche buitendouche - zijn we vanuit de auto getuige van een aanrijding. Een man in een vrijwel nieuwe Mercedes rijdt een andere auto aan die voor een winkeltje staat geparkeerd. De bestuurder heeft een flinke slok op en heeft kennelijk niet in de gaten dat de aanrijding zijn schuld was. Met stemverheffing maakt hij gebaren naar de bestuurder van de ander auto. Er volgen heftige discussies, allerlei mensen die zich ermee bemoeien, de dronkenlap kan bijna niet meer op zijn benen staan. De bestuurder van de aangereden auto blijft opmerkelijk kalm. De afhandeling van de zaak duurt tot middernacht. Pas als wij 's avonds gaan slapen, zijn de auto's en alle mensen weer verdwenen. Het regent die nacht (was voor het laatst in Lviv, Oekraïne) en in de verte horen we het onweer.

Fergana vallei.Van Osj rijden we richting Bishek, de hoofdstad. Het is een drukke weg, de Kirgiezen rijden nog wilder dan de Oezbeken. Ze kijken niet uit bij het invoegen en halen op de gekste momenten in. De weg gaat door dorpen zodat je ook goed moet uitkijken voor overstekende mensen. We rijden nu door het Kirgizische deel van de Ferganavallei. Ook hier weer veel akkerbouw. Verderop wordt de weg eerst wat saai, daarna meer heuvelachtig met doortekende formaties. We zien veel Mercedessen. Het wagenpark is hier so wie so gevarieerder dan in Oezbekistan. We nemen de afslag naar Arslanbob. Hier is het grootste walnotenbos ter wereld. Dat willen we niet missen! We rijden nu richting bergen. Mooi landschap met donkere luchten. In Arslanbob komen we terecht in een drukte van belang. De bazaar is kennelijk net afgelopen en iedereen gaat naar huis. We hebben geen idee waar we moeten zijn. We lopen wat rond en informeren naar een plek om de auto neer te zetten. We zitten hier op 1600 meter. Het is een stuk frisser. In de auto is het 15 graden. Heerlijk geslapen met een extra dekentje.

Arlansbob worstelwedstrijdNa het ontbijt lopen we omhoog langs de weg naar het Sovjet paviljoen waar de jaarlijkse worstelwedstrijden plaatsvinden. We zijn niet de enigen. Zowel per auto als te voet gaan tientallen dezelfde kant op. Het spektakel is al aan de gang als we aankomen. De worstelaars krijgen een hemd aan en om het middel wordt een sjerp gebonden. De handen worden door de sjerp heen gelust zodat ze die niet kunnen gebruiken. In gebogen houding, druk uitoefenend met schouders en armen is het de bedoeling om je tegenstander op de grond te krijgen. Wie dat lukt is de winnaar. Soms is de strijd in een paar tellen beslist, soms duurt het minuten. Soms vindt er een verlenging plaats. De worstelaars bieden zichzelf aan om mee te doen. Er wordt wel op gelet of lengte en gewicht matchen. Meerdere worstelpartijen vinden tegelijkertijd plaats. Na een aantal partijen (bepaalde categorie?) wordt het volkslied gespeeld waarbij iedereen iedereen opstaat. Daarna beginnen weer nieuwe worstelpartijen.

Arlansbob moeder en dochterWij vervolgen onze weg. Over een zeer gammel bruggetje steken we het riviertje over. We gaan op zoek naar het walnotenbos. Het is een flinke klim. We passeren een dorpje en kopen in een winkeltje een pakje sinaasappelsap. Vlak bij het bos aangekomen, begint het te regenen. Eerst nog zachtjes, maar dan gaat het echt goed plensen. We schuilen onder de dakgoot van een huis. Een meisje wenkt ons om binnen te komen. Door haar moeder worden we uitgenodigd om in de kamer op de kussens plaats te nemen. Er wordt een lage tafel naar binnen gebracht en dan worden we getrakteerd op vers brood met jam en thee. De deur van de kamer wordt dicht gedaan om ons niet te storen. Af en toe gluren de kinderen door een raam naar binnen. We doen ons te goed, het is inmiddels lunchtijd, vooral de jam is heerlijk. Als we afscheid nemen en de vrouw als blijk van dank wat geld willen geven (we hebben niets anders bij ons als geschenk) , wil ze daar niets van weten. We worden door moeder en dochter uitgezwaaid als we onze weg vervolgen naar het walnotenbos. Walnoten groeien in hoge bomen net als kastanjes. Ook net als bij kastanjes zit de harde noot in een zacht omhulsel. De vruchten zijn zo te zien nog niet helemaal rijp. Het walnotenbos is al eeuwen oud. Alexander de Grote is op zijn omzwervingen hier ook geweest. Hij liet de noten transporteren naar Griekenland.
Op de terugweg worden we wederom overvallen door een hevige regenbui. Er is geen plek om te schuilen dus we moeten er doorheen. We zijn tot op de draad nat als we een half uur later bij de auto aankomen.Je kunt onze kleren uitwringen. In de auto hebben we bij het linkerraam lekkage. Het blijft de hele middag en avond regenen.

Yurts en woonwagens op de pas.De volgende dag is het prachtig weer. We gaan vroeg op pad. We rijden eerst terug naar de vallei. In de verte doemen de bergen op. Als we even verder rijden, zien we aan beide kanten hoge bergketens. Op de toppen van de hoogste bergen ligt sneeuw. Soms lijken de bergketens net gedrapeerde, groene tapijten, dan weer zijn ze vuurrood, beige of zwart. We komen langs een stuwmeer, fel blauw van kleur. Het is heerlijk rijden: een brede weg en weinig verkeer. We kijken onze ogen uit. Het is net een natuurfilm waarin we ons bevinden. Als we de pas overgaan, staan er rijen yurts aan beide kanten van de weg. Maar ook verderop in de wijde omgeving steken de yurts als witte stipjes af tegen de groene achtergrond. Veel mensen bewonen niet alleen een yurt maar ook een ouderwetse woonwagen (zoals die van Pipo de Clown). De pas ligt op 3000 meter hoogte. De lucht is strakblauw en er waait een frisse wind. Het is een heel bijzonder landschap, heel anders dan we ooit eerder hebben gezien.
We komen langs een stuwmeer. Daar zien we mensen en auto's op een strandje bij een kleine uitspanning. We rijden de auto naar beneden en even later nemen ook wij een duik in het frisse water. Nu is het strandweer, gisteren zaten we nog in de regen. We drogen onze nog steeds natte kleren en schoenen in de zon. 's Avonds overnachten we hier direct aan het water.

Bergmeer.Wakker gemaakt door de zon, het geklots van het water en de vliegen gaan we de volgende morgen wederom vroeg op pad. We hadden eigenlijk de zuidroute willen nemen, maar dit blijkt een ongeplaveide weg, geen asfalt. Daar hebben we even geen zin in na al die hobbelwegen in de laatste weken. We keren om en pakken de weg naar het noorden richting Bishek. Bishek is de hoofdstad van Kirgizië. Het is een vieze en ook wat onveilige stad. We rijden een steile pas met flinke haarspeldbochten. We gaan door een lange tunnel die nauwelijks is verlicht. Bishek ligt in een vlakte. Er is veel verkeer, een nare weg om te rijden. We kunnen ons haast niet voorstellen dat we nog maar gisteren door een sprookjeslandschap reden. Het lijkt al zo veel langer geleden. Gelukkig is er een rondweg om Bishek. Het begint te regenen. Saaie weg. We rijden door tot ongeveer 100 km voor het meer van Issyk-Köll. Overnachten bij een restaurant met speeltuin. Het ziet er keurig uit. Op het schone toilet hangt zelfs een rol wc-papier.

Bergmeer.Ons plan is om een paar dagen aan het meer Issyk-Köll uit te rusten. Het weer zit echter niet mee. Na een zonnige ochtend zitten de bergtoppen in de wolken. We besluiten daarom eerst naar Karakol te gaan. Dit plaatsje ligt aan de oostkant van het meer. Je kunt in de omgeving mooie trektochten maken, maar het plaatsje zelf is ook wel aardig. We nemen de noordroute langs het meer. We worden aangehouden door een politieman die op zijn registratiecamera laat zien dat we te hard reden. We mogen hier maar 60. Tot onze verrassing wenst hij ons, na een vriendelijke vermaning, een goede verdere reis en daar blijft het bij. We kijken even rond in Tamsy ( een klein, gezellig plaatsje ) en in Cholpon-Ata, een grote, toeristische plaats waar vooral veel Russen en Kazachen komen. Rijden dan door naar Karakol en gaan op zoek naar een hotel. Schone kamer, was en Wifi. We vinden het wel een beetje duur 2000 som d.i. 28 euro. Zo zie je maar hoe snel je je aanpast aan de prijzen. In Lviv (Oekraine) vonden we 25 euro voor een hotelkamer nog spotgoedkoop.

Jeti-Oghüz met de rode rotsenWe worden wakker met een straalblauwe hemel. Met de auto naar Jeti-Oghüz. Aan het eind van de kloof is een aparte formatie van rode zandsteen. Hiervoor bevindt zich het Sanatorium, een groot gebouw met hotels en heet water baden. Het is gebouwd in 1932. In 1991 hadden de Russische president Jeltsin en de eerste president van Kirgizië hier een ontmoeting, maar daarna raakte het gebouw in verval. Het ziet er naar uit dat ze nu bezig zijn om het te restaureren. We rijden over een pad naar de Bloemenvallei. Het is een grote groene vlakte waar in het voorjaar de bloemen uit de grond springen. Er staan ook een aantal yurts. Twee jongens hebben een valk en een arend op hun arm. De vogels zien er vervaarlijk uit. Als we verder rijden, blijven we steken in de modder. Met wat gemanoeuvreer, achteruit rijden en een beetje duwen, komen we er gelukkig uit. We hoeven de rijplaten niet te gebruiken. Een goede oefening voor Mongolië. Wel zitten de banden vol modder, waardoor de auto nauwelijks nog grip heeft op de grasachtige ondergrond. Als de banden met een steentje zijn schoongemaakt, is alles weer oké. In jubelstemming rijden we terug over het pad als bij een flinke zwaai de ijskast eruit vliegt. Dit is minder leuk. De elektrische draden zijn op de plek van de kroonsteentjes afgebroken. Omdat je er haast niet bij kunt, is het lastig om te repareren. Na heel wat gepriegel en uitproberen lukt het uiteindelijk om de la er uit te halen waardoor er wat meer ruimte komt om te werken. Als de draadjes weer aan elkaar zitten en de ijskast op zijn plaats staat, doet hij het ook nog. Het is maar goed dat we er een gekocht hebben die tegen een stootje kan. We sjorren hem nu goed vast.

Altyn ArashanOm 9 uur met een busje (4WD) vanuit Karakol naar Altyn Arashan. Een Israelier die ook in het hotel logeert, gaat met ons mee. We gaan eerst 10 kilometer over de weg, bij het dorpje Ak-Suu nemen we het pad naar de Arashan Vallei. We hebben nog nooit in een auto over zo'n slechte weg gereden. De chauffeur heeft er duidelijk plezier in. Hij manoeuvreert de auto over en langs grote keien, door diepe plassen en langs steile hellingen. Onderweg nemen we een Japanse jongen mee die staat te liften. Door de trillingen van de wielen vliegt de achterklep steeds open en verschillende keren verliezen we bagage. We komen een Rus tegen die met zijn fiets de klim naar boven maakt. Hij gaat nog verder over de pas (3800m) en dan naar beneden naar Jeti- Oghüz in het andere dal (waar wij gisteren waren). Hortend en stotend komen we aan in het plaatsje. Altyn Arashan betekent Golden Spa en inderdaad zijn hier heet water bronnen. De vallei ligt op 3000 meter. De omgeving doet denken aan een alpenwei, in de verte sneeuwbergen, een kudde schapen en donkere bossen. De bomen lijken een beetje op cipressen, maar ze zijn hoger en smaller. Ze groeien kaarsrecht omhoog op de steile hellingen.

Altyn ArashanHarry voelde zich vanochtend niet zo lekker en heeft geaarzeld of hij de wandeltocht wel door zou laten gaan. Uiteindelijk is afgesproken met de chauffeur dat hij een uur boven wacht. Als het lopen te zwaar zou zijn, zouden we weer met de auto mee naar beneden gaan. We zijn teruggelopen en hebben de auto laten passeren, maar achteraf was het beter geweest om mee terug te gaan. De tocht duurde veel langer dan de verwachte 14 km. Vooral aan het laatste stuk kwam geen eind. Elke keer als we dachten dat we er waren, verscheen er weer een nieuwe heuvel. Harry is bekaf en krijgt 's avonds erg veel last van zijn ingewanden. Het is duidelijk te veel geweest. We blijven een extra dag in het hotel zodat hij uit kan zieken.

Karakol. BeestenmarktOp zondagmorgen bezoeken we de beestenmarkt van Karakol. Het is één van de grootste van Centraal Oost Azië. We gaan met de taxi. Het begint net licht te worden. Eerst zien we de schapenmarkt en even verderop worden de koeien maar vooral de paarden verhandeld. Ezels zien we hier niet. Het is een drukte van belang. We mengen ons in de menigte en kuieren wat rond. Door de drukte en omdat er geen hoog standpunt is, is het moeilijk om foto's te maken.

Bloemenvallei.We gaan vandaag opnieuw naar de Bloemenvallei om er een paar dagen te kamperen. Boodschappen gedaan om  proviand in te slaan. In de vallei zoeken we een recht plaatsje, wat niet gemakkelijk is. Het is hier één en al heuvel. In het voorjaar schieten  hier de bloemen uit de grond (vandaar de naam Bloemenvallei). Nu zijn de groenbruine hellingen bedekt  met kort dik gras.  Op sommige plaatsen zijn de mensen al bezig om hun yurt af te breken. Eind augustus gaan de kuddes weer naar beneden. De kampementen worden ontruimd om in mei van het volgend jaar weer opgezet te worden. Het valt ons op hoe schoon het is hier is. Meestal zie je op dit soort plaatsen een hoop rommel. Hier zijn gaten in de grond gemaakt om het afval in te doen. Van de winter zal de sneeuw zijn werk doen. De meeste kampementen bestaan uit een aantal yurts. Bij elk kampement is een toilet en soms zelfs een hele badkamer ingericht. Het toilet, meestal een eindje op afstand van de yurts, is een hokje van hout of doek. Boven op een diep gegraven gat ligt een steen met een opening in de vorm van een sleutel. Om de boel schoon te houden wordt water uit de rivier gehaald. We installeren ons op een heuvel met uitzicht op de rivier, de bergen en met links en rechts buren op zo'n honderd meter afstand. De eerste dag zien we onze buren vooral uit de verte. Wel zien we kuddes schapen, geiten, koeien en paarden voorbij komen. Ze komen van de helling tegenover ons om beneden in de rivier te drinken. Dan verdwijnen ze weer het dal in. Regelmatig komen er ruiters langs. Twee jongens te paard zijn de hele dag in de weer om verschillende dieren van hier naar daar te brengen. Eerst komen ze langs met een kreupel paardje, dan komen ze terug met een koe om later weer voorbij te komen met een veulentje.Telkens als ze ons passeren zwaaien ze vrolijk.
Het weer zit mee. De lucht is blauw en er waait een flink windje. Aangename temperatuur. We zitten hier op ongeveer 2400 meter.Het is net een soort Alpenwei maar dan met yurts.

Bloemenvallei. De buren.In de loop van de tweede dag komen de buren een kijkje nemen. Eerst een man op een prachtig wit paard. Later een jongen en een meisje ook te paard. De jongen vindt het jammer dat er in het boek dat ik lees geen plaatjes staan. Het paard van het meisje deponeert een straal plas pal voor onze voordeur. Ze lacht er om. In de middag komt een groepje vrouwen langs van de yurt recht tegenover ons. Ze staan in de rij om de auto te bekijken. Ze zijn heel geïnteresseerd en willen alles zien: het gastoestel, de ijskast, de verwarming, de douche. Ook vragen ze naar de prijs van de auto. Als ze weggaan nodigen ze ons uit voor een tegenbezoek. We nemen de uitnodiging graag aan en gaan om een uur of zes bij hen een kijkje nemen. Drie yurts zijn bestemd voor gasten. De houten deurtjes zijn in felle kleuren beschilderd en fraai bewerkt. Ook binnen zijn de yurts versierd met gekleurde draad en klosjes. We bekijken de keuken waar twee vrouwen en een man nu bezig zijn om het eten klaar te maken. Onder een afdakje is een plaats om te koken en we zien zelfs een oven om brood te bakken. Een man is op het erf bezig een vuurtje aan te maken. De hoenders lopen rond een Samoerai waarin water pruttelt. Toilet en badkamer zijn afgescheiden door fleurige doeken.

Bloemenvallei. Marleen 65!'s Avonds zelf eten gemaakt. Pasta met meloen toe. We hadden nog een fles Prosecco die we voor de gelegenheid -Marleen is vandaag jarig- opentrekken. Het was een leuke dag. Om een uur of elf klopt een man aan onze deur. Hij heeft een fles wodka in zijn hand en wil met ons wodka drinken. Zo te horen en te zien heeft hij zelf al heel wat op. Met enige moeite en zachte hand weet Harry hem af te poeieren. Hij verdwijnt in de pikzwarte nacht.

De weg naar Alma AtaDe volgende dag rijden we terug naar Karakol. We drinken een cappuccino in een restaurant (Wifi) en bekijken onze mail. We rijden naar het plaatsje Tup door een brede vallei met in de verte hoge bergen. We zien een begrafenis. Rondom een grote hoop zand zitten mannen in hurkzit in het gras. Een voorganger draagt teksten voor. De weg wordt slechter. Voor ons doemt een aaneengesloten reeks van heuvels en bergen op. We moeten hier ergens doorheen om aan de overkant te komen. Je denkt eerst dat dit niet gaat lukken, maar de weg weet het beter en er blijkt toch een nauwe doorgang te zijn die ons naar de Karakara vallei brengt. Dit is een immens brede vallei die doorloopt tot in Kazachstan. 's Zomers zijn hier veel herders met hun kuddes, maar nu zijn de meesten zo te zien al vertrokken. De weg wordt steeds slechter ( wasbord en gaten) en het begint ook nog te regenen waardoor de aanblik van de vallei iets troosteloos krijgt. We naderen de grens met Kazachstan. Vier weken geleden waren we in West Kazachstan, nu gaan we naar Oost Kazachstan om vanaar via Rusland naar Mongolië te gaan. Ons eerste reisdoel nu is Almaty.

Bij een piepklein kantoortje met hekken en prikkeldraad passeren we de grens. Aan de kant van Kirgizië is nu wel enige controle. De kastjes in de auto moeten open, maar de kast met wodka en cognac wordt overgeslagen. Erg fanatiek zijn de heren niet. Misschien denken ze wel "die zijn al zo vaak gecontroleerd, het zal wel goed zijn". Aan de kant van Kazachstan moet er voor de invoer van de auto weer een heel document worden opgesteld. In het douanekantoortje kijken we met de kinderen van de douanier naar een tekenfilm. Een collega douanier die zo te zien niets te doen heeft, maakt met ons een praatje. Hij somt een hele reeks Nederlandse voetballers op, van Cruijff tot Robben. Hij kent zelfs ook nog Ard Schenk en Pieter van de Hoogenband. We voelen ons een beetje beschaamd want we kunnen niet één Kazachstaanse sportman noemen.         

Foto’s

4 Reacties

  1. Jan en Tineke van Os:
    29 augustus 2014
    Hallo lieve Marleen en Harry,
    Marleen van harte gefeliciteerd met je verjaardag en geniet nog volop van de vele leuke dingen in het leven en ook van deze
    bijzondere reis. Harry.....wat een mooie luchtopname......geen mens
    te bekennen, zodat je drone niet in beslag genomen kan worden.
    Goed gedaan man....wij reizen met jullie mee,.. genieten volop en het kost ons helemaal niets. ..wat wil een mens nog meer. Maandag
    gaan we een weekje naar Spanje...lekker wandelen en andere leuke dingen doen. veel Groeten van Jan en Tineke
  2. Gerson:
    29 augustus 2014
    Wederom een prachtig verhaal. Mooi op schema. Hopelijk weer 100% wat betreft gezondheid. Kazachstaanse sportmannen: Dat is een mooie vraag voor een pubquiz!
  3. Jana:
    29 augustus 2014
    Hallo Marleen en Harry,

    Wat een heerlijk verhaal om te lezen en wat een mooie bijzondere avonturen maken jullie mee. Leuk om zo samen met jullie een beetje mee te genieten. Geniet en liefs uit italie.

    Jana
  4. Wies:
    2 september 2014
    Marleen, van harte gefeliciteerd! Uitgebreid mooi verslag, leuk om zo mee te reizen :)
    Groetjes, Wies