Chili, deel 1

20 januari 2018 - Futaleufú, Chili

Beste allemaal,

WoestijnChili is een land van extremen. Het is het langste land ter wereld. Van noord naar zuid meet het een dikke 4000 km, even ver als van Lapland naar Spanje. Het heeft een overvloed aan grondstoffen. Zo ligt hier de grootste open kopermijn ter wereld: een gat in de grond alsof er een meteoriet is ingeslagen. Vrachtwagens van 6 meter hoog lijken dinkey toys. Chili is verder een kampioen in droogte en natheid. In het noorden heb je de Atacama woestijn. Daar heb je plaatsen die naar verluid in 400 jaar geen regen hebben gekregen. 2500 km naar het zuiden heb je het eiland Chiloë. Daar valt 3000 mm per jaar. Het is daarmee een van de natste plekken op aarde.

Vogels langs vloedlijnChili is ook kampioen in natuurschoon. Onlangs is het uitgeroepen door Lonely Planet tot nr 1 land om te bezoeken. En dat is niet overdreven zoals we zelf ervaren hebben. Schitterende meren, vruchtbare valleien met wijnbouw, aan de ene kant torenhoge bergen bezaaid met vulkanen en aan de andere kant stranden waar honderden vogels de vloedlijn afspeuren naar voedsel. In elke omgeving zien we leven. Een woestijnvos die 's ochtends rond de auto snuffelt, een eenzame pelikaan die op de golven dobbert, gieren die traag cirkelen in de lucht, een paar zeerobben die de kust afstruinen, twee pinguïnkolonies op een geïsoleerd eiland. En we hebben nog maar de helft van het land bekeken.
Van al dat moois hebben twee streken de meeste indruk gemaakt. Te weten de Atacama woestijn en het kletsnatte eiland Chiloë. En dat komt misschien omdat beide gebieden een interessant verhaal vertellen.

De Atacama woestijn
Vanuit Bolivia rijden we door de Atacama woestijn richting kust. De weg is nieuw. Eerste passeren we een aantal zoutmeren. Stapels zout liggen langs de kant van de weg. Er is nauwelijks verkeer. En er is nog minder vegetatie. Men zegt dat het hier droger is dan in de Sahara. Niet onaannemelijk, gezien het geblakerde landschap. Naarmate we verder gaan neemt de wind in kracht toe. Het waait met flarden en vlagen. We komen terecht in een zandstorm. Het duurt maar even, en is weer snel voorbij. De wind was echter zo hard dat één van de zonnepanelen van het dak van onze auto is geblazen. Zonder dat we het merkten.
Zeus op de bergWe naderen de kust. De weg voert door een nauwe pas en daarna kleurt het landschap rood, groen en geel. Een schilder die gemorst heeft. Heel fraai licht. Even verder is een mirador. Van hier af hebben we een prachtig uitzicht over het dal, de bergen en nog weer verder de blauwe oceaan. We besluiten om hier te overnachten. De zonsondergang is niet heel bijzonder maar daarna vullen de wolken uit zee het dal. Het is net een wollen deken die tot vlak bij reikt. Je zou het tapijt even aan willen raken. We voelen ons als Zeus op de berg Ida.

De kustweg die we de volgende dag nemen is onverhard en stoffig. Overal langs de weg staan houten hutjes. Sommigen zijn verlaten. Meestal is het een flinke gribus. We vragen ons af wat de mensen doen. Heel soms zien we een vissersbootje. Ook zien we grote rollen wier die in de zon liggen te drogen. Zeezigeuners? Het blijft een raadsel. Als we een plekje zoeken aan het rotsstrand om te eten, komen we vast te zitten in het grind. Het kost ons bijna 2 uur om er weer uit te komen. De zandplaten bewijzen hun nut. We vervolgen onze weg. Af en toe een dorpje. Meestal beschut in een grote baai. Wat huizen, een paar vissers en een gesloten restaurant.

Cactus met cowboyVerder naar het zuiden rijden we door een weids en droog landschap naar Pan Azucar. Het is een schitterend park met geplooid gebergte. Heel droog. Je begrijpt niet hoe dieren en planten kunnen overleven. Het regent hier vrijwel nooit. De ochtendmist levert het beetje water dat er is.

We gaan verder zuidwaarts richting Santiago. Geleidelijk aan verandert het landschap. Eerst kaal, dan meer steppe. Af en toe passeren we een oase. Op een kale berg staat een rijtje bomen. Maar naarmate we Santiago naderen komt er meer groen. Het landschap wordt subtropisch als rond de middellandse zee. We passeren La Serena, de één na oudste stad van Chili. Fraaie kerken en een gezellig plein. Een park, veel bomen en bloemen. Na de droogte van de woestijn is al dat groen verrassend. Soms lijkt het net niet echt. De Atacama woestijn ligt achter ons.

Inez, de enige vrouwelijke conquistador
Als je hier rLangs de wegijdt, kan je je goed voorstellen hoe de vroegere Spaanse conquistadores door de woestijn trokken. Onlangs hebben we het boek van Isabel Allende over Inez Suarez herlezen. Zij was de enige vrouwelijke conquistador en één van de stichters van Santiago, de huidige hoofdstad van Chili. Er waren eerdere expedities geweest naar het zuiden. Maar zowel de Inca's als de Spaanse veroveraars werden tegengehouden door de indianen.
In 1540 vertrok een karavaan onder leiding van Valvidia vanuit Peru naar het zuiden om het het huidige Chili te veroveren en nederzettingen te stichten. Behalve Valvidia en Inez waren er slechts 11 soldaten. Verder waren er de vrouwen en concubines van de soldaten, dienstmeisjes, opzichters en een geestelijke. In totaal 150 man. Daarachter kwam een lange stoet van ca 1000 indianen.
Inez was vanuit Spanje naar de Nieuwe Wereld gekomen om haar man te zoeken. Die bleek eerst onvindbaar en later dood. Inez bleef in Peru wonen en verdiende de kost met naaien en de verkoop van empenades (een soort loempia met vlees of kaas, nog steeds een lekker hapje voor tussen de middag). Daar ontmoette ze Valvidia, net als zij afkomstig uit de Extramadura in Spanje. Zij werden minnaars. Nadat zij toestemming hadden gekregen van de gouverneur kon de reis beginnen.

Ze trekken door de Atacama woestijn (waar wij eeuwen later ons zonnepaneel verliezen) en leveren regelmatig strijd met de indianen. Inez beschikt over de gave om water te vinden en zij behandelt en verzorgt de gewonden.
Nadat zIneze door de Atacama woestijn zijn getrokken (met alle verschrikkingen van dien) wordt Santiago gesticht. Zoals gebruikelijk werd er eerst een kruis geplaatst, vervolgens de vlag en daarna het schavot. Daarna werd de omtrek van de stad uitgezet.
Een half jaar later -er wonen dan 500 mensen- wordt Santiago bij een aanval door de Mapuche's geheel en al verwoest.  Mede dank zij de inzet van Inez overleven de Spanjaarden het wel. Zij geeft het bevel tot de onthoofding van 7 indiaanse gijzelaars en gooit de hoofden vervolgens in de strijdende massa. De indianen, hoewel aan de winnende hand, zouden hierdoor zo geschrokken zijn dat ze er van door gaan. Alhoewel de verhalen later wellicht wat werden aangedikt, wordt door tijdgenoten de moed van Inez geroemd. Bij de opbouw van de stad speelt zij een belangrijke rol. Nu is Santiago een stad met meer dan 7 miljoen inwoners. Inez moest eens weten.

Het scheepsjournaal van Hendrick Brouwer
Wij gaan naar het eiland Chiloë. We hebben al gelezen dat dit het natste plekje ter wereld is. Wat velen niet weten is dat Chiloë ooit door de Nederlanders is veroverd. Dat zit zo.
In de Gouden Eeuw hadden we twee handelscompagnieën. de één richtte zich op het oosten van de wereld, de VOC, de ander op het westerse deel, de WIC. De laatste was indertijd ook redelijk succesvol en bezat bijvoorbeeld de kolonie Nieuw Amsterdam, het huidige New York. Maar het had ook een flink stuk van Brazilië veroverd. Daar was Johan Maurits van Nassau gouverneur.

Johan Maurits van NassauNederland was in die tijd nog steeds in oorlog met Spanje. Johan Maurits had nu het plan opgevat om een tweede front te vormen en de Spanjaarden uit Zuid Amerika te verdrijven. Dat zou de druk op de oorlog in Europa verminderen. En het zou nog mooier zijn als we de belangrijkste financiële bron waarmee de Spanjaarden hun oorlogen financierden,konden afsluiten. Of nog beter, konden overnemen. Die financiële bron lag in Zuid Amerika. Het was de zilvermijn van Potosi waar we in ons vorige blog over schreven.
Het plan van Johan Maurits was om een expeditie naar het zuiden van Chili te sturen. Dan wilde hij proberen om de daar aanwezige indianen tot bondgenoot te maken en langzaam op te rukken naar Bolivia om daar de zilvermijnen te veroveren. Een zeer gewaagd plan. Maar als het zou lukken een geweldige prestatie. Een enorme uitbreiding van grondgebied en elk jaar een zilvervloot.

Met de nodige moeite wist Maurits de WIC te overtuigen van zijn plan en kwam de financiering van de expeditie rond. Begin 1643 was het zover. Vijf schepen met in totaal ruim 600 man verlieten Nederlands Brazilië onder leiding van Hendrick Brouwer. Ze zeilden over de Atlantische Oceaan naar Vuurland, rondden Kaap Hoorn en kwamen na bijna 5 maanden aan op het eiland Chiloë.
Den grooten Inwijck (volgensscheepsjournaal) in ChiloëIn de voorbereiding van onze reis door Zuid Amerika hadden we het oorspronkelijk scheepsjournaal van de expeditie in boekvorm aangeschaft. Het is weliswaar in oud Nederlands geschreven maar is nog goed te lezen. Met dit journaal in de hand zijn we naar de plaatsen gegaan waar de gebeurtenissen indertijd plaatsvonden.
De eerste taak van de expeditie bestond er uit om contact te zoeken met de indianen om te proberen een bondgenootschap te sluiten. Dat bleek nog niet zo eenvoudig. Omdat niemand vrijwillig met de Nederlanders wilde praten, zond men soldaten naar de wal om hinderlagen te leggen. Dit leverde uiteindelijk een aantal gevangenen op: meestal waren dit indianen, soms een Spanjaard. Deze gaven informatie over de sterkte en ligging van de Spaanse forten. Ook kreeg men zo informatie over de manier waarop de Spanjaarden met de indianen omgingen. Deze waren vaak slaaf of op de vlucht.  
Generaal Brouwer had strikte orders gegeven om de indianen gelijkwaardig te behandelen. Op straffe van de dood bijv was het verboden om indiaanse vrouwen te verkrachten (wat blijkbaar anders wel mocht?). Men moest bij het contact benadrukken dat Nederland en de indianen een gemeenschappelijke vijand hadden namelijk de Spanjaarden.
Na veel moeite lukte het om het vertrouwen van de indianen te winnen. Daarbij maakte men handig gebruik van de kennis dat de indianen 40 jaar eerder in opstand waren gekomen. Dat had diepe sporen nagelaten. De oorzaak lag bij de goudwinning. In die tijd waren de indianen verplicht om periodiek een hoeveelheid goud te leveren. Was dit onvoldoende dan volgden de vreselijkste straffen. Het journaal meldt dat de indianen nog steeds met afschuw dachten aan "de onverdraaglijke lasten en wreedheid die de Spanjaarden onze voorouders hadden aangedaan. Wanneer zij niet genoeg goud leverden werden neus en oren afgesneden hetgeen ons nog steeds met huiver vervult." Deze praktijk had zulke diepe mentale wonden geslagen dat alleen het woord 'goud' al, de indianen kopschuw maakte.

Spaans fortDe expeditie liep in eerste instantie voorspoedig. Zonder al te veel problemen werden de Spaanse fortificaties ingenomen zoals Carelmapu en Castro. Als je zoiets hoort, denk je aan stevige gevechten met doden en gewonden. Maar bij de nadering van de Nederlanders sloegen de Spanjaarden op de vlucht. Het was dus een makkie. In een paar weken tijd was het hele eiland veroverd.

WestkustChiloë is een mooi eiland zoals we zelf kunnen zien. Door de overvloedige regenval is het erg groen. Het doet wel wat aan Ierland denken. Een licht glooiend, rollend landschap. Aan de westkust beukt de Stille Oceaan op de lange lege stranden. Op eilandjes voor de kust vind je pinguïns. Als je geluk hebt zie je walvissen zwemmen. De kustlijn is grillig. Hij kronkelt in de meest wonderlijke vormen onder weidse wolkenluchten. Het eiland bezit ook een beroemd nationaal park. Darwin heeft indertijd deze plaats aangedaan met de Beagle.
Mist aan de vloedlijnHeel apart in dit jaargetijde is de mist. Het water van de Stille Oceaan is koud. Daar vormt zich mist. Maar omdat het land relatief warm is, lost het 20 meter inlands al op. Zo sta je met je voeten in de zee in een koude, dichte nevel; even verderop met je voeten in het zand koester je je in een lekker zonnetje.

We bezoeken de plaatsen die de Nederlanders hadden veroverd. Zoals verwacht is er nauwelijks iets dat aan deze tijd herinnert: een oude Nederlandse kaart aan de wand van de veerboot, de naam van Brouwer in een historisch overzicht in een museum. En natuurlijk de beschrijving van de kust. Met het journaal in de hand kun je zien dat deze heel nauwkeurig is geweest.

Onze overnachtingsplaatsIn het plaatsje Ancud vinden we een mooi plekje direct aan het strand. Het is mooi weer. Overdag is het kleine strandje bevolkt door de lokale bevolking. 's Nachts staan we alleen met op afstand een paar auto's met vrijende stelletjes.

Hoe is de expeditie verder afgelopen? Niet al te best. Bevelhebber Brouwer kwam te overlijden. Zijn opvolger ging zo goed en zo kwaad verder met het plan. Een kleine 500 indianen kwamen aan boord van de schepen voor de volgende fase, de verovering van de stad Valdivia (vernoemd naar de Valdivia uit het verhaal over Inez). Deze stad ligt 300 km naar het noorden richting de zilvermijnen. Dat is gelukt. Maar de relatie met de indianen verslechterde vooral omdat de opvolger telkens over de betaling in goud begon. En we hebben gezien dat de indianen daar allergisch voor waren. Gevolg: de indianen hielden op met de bevoorrading van de expeditie. Noodgedwongen zeilde men terug naar Nederlands Brazilië. Van een vervolg is het toen nooit meer gekomen. Daarom spreekt men daar nog steeds Spaans en geen Nederlands.

Met zijn vierenDat doen wij wel en nu zelfs met zijn vieren. Rogier en Rowan zijn inmiddels gearriveerd. En met hun kampeerbusje in het kielzog hebben we de reis naar Vuurland ingezet. Wat dat betreft is het toch heel plezierig om na 3 maanden weer eens familie te zien. Niet dat de mensen hier onaardig zijn. Integendeel. Misschien een beetje afwachtend maar als het ijs gebroken is, zijn ze meestal heel vriendelijk. Zo zaten wij in de dagen voor kerst in een hotel om ons vorig blog te maken. Echter alle hotels sluiten op kerstavond. Dus eigenlijk hadden we moeten vertrekken. Maar de eigenaar stond ons toe om te blijven. Nog sterker, hij nodigde ons uit voor het kerstmaal in kleine familiekring. Men had zelfs voor ons cadeautjes gekocht voor onder de kerstboom. Gelukkig hadden wij zelf nog één fles wijn uit Bolivia in chique verpakking. Die hebben wij toen ook onder de kerstboom gezet voor onze gulle gastheer. En zo werd het, ver van huis, nog een heel gezellige avond.

Foto’s

5 Reacties

  1. Marjan en Leonard:
    21 januari 2018
    Mooi, heel mooi!! Maar ook wel erg avontuurlijk.Je mag toch niet ziek worden of hevige tandpijn krijgen. Fijn dat jullie nu een poosje gezelschap hebben! Voor iedereen veel groetjes!
  2. Ans Baart:
    21 januari 2018
    Wat leuk om weer te mogen meegenieten van jullie verhaal en de schitterende foto's. Wat kan de natuur toch overweldigend mooi zijn.
    Hartelijke groet,
    Ans
  3. Ed Maan:
    22 januari 2018
    Boeiend verhaal uit een schitterend gebied. Prachtige foto's hoor. Geweldig. Leuk om Rogier weer eens te zien en Rowan voor het eerst.
    Over Johan Maurits was hier veel te doen, omdat zijn buste tijdelijk was verplaatst. Rutte dacht dat dit was gedaan vanwege diens vermeend omstreden verleden. Niet relevant verder.
    Op naar Vuurland! Gaat het daar straks niet koud worden?
    Hartelijke groeten
    Ed
  4. Gm. van den Broek:
    23 januari 2018
    Buitengewoon leuk weer om te lezen en tegelijkertijd de geschiedenis weer even ophalen. Ik kan het niet genoeg zeggen, ook deze keer weer een groot compliment voor de wijze waarop jullie dit voor alle volgers verwoorden.
    Beste groet Gerard
  5. John & Frederiek:
    27 januari 2018
    Geniet van het samenzijn lieve menschen! Groetjes uit Utereg! John & Frederiek